-
1 опустить руки
vliter. de vleugels laten hangen -
2 Flügel
Flügel〈m.; Flügels, Flügel〉♦voorbeelden:die Flügel einer Mühle • de wieken van een molender linke Flügel einer Armee • de linkerflank van een legerder rechte Flügel einer Partei • de rechtervleugel van een partijdie Flügel ausbreiten, spreizen • de vleugels uitslaanjemandem die Flügel beschneiden, stutzen • iemand kortwieken
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский
- Французский